NISB en Movisie organiseerden 1 december 2015 een congres dat als onderwerp had de evaluatie en verantwoording van buurtontwikkeling met behulp van kwalitatief onderzoek. Zowel sociale als sport interventies kwamen aan de orde.
Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector vertelde dat je bij onderzoek naar buurtontwikkeling niet hoeft te herhalen wat al bekend is. Bijvoorbeeld … ‘sport bevordert de gezondheid’. Dat is bekend uit onderzoek. Je hebt sociale professionals nodig om groepen met elkaar te mengen in de wijk. Ook dat is al bekend uit onderzoek. En je hoeft ook niet te onderzoeken wat niet is aan te tonen. Bijvoorbeeld … of een project sociale cohesie bevordert in de wijk. Je kan wel onderzoeken welke sociale, democratische en bureaucratische vaardigheden bevordert worden in de wijk en hoe bewoners en professionals dat evalueren. Onderzoek naar buurtontwikkeling hoeft niet tot buurtoverstijgende conclusies te leiden. Als je onderzoek doet moet je ook accepteren dat er mogelijk iets uitkomt dat je niet bevalt. Bescheidenheid in wat je kan bereiken met een interventie is belangrijk. We zijn verhalende wezens en ook tegenstrijdig en ambivalent: dat is interessant en kan je uitdiepen. Als iets minder goed gaat kan je onderzoeken in welke omstandigheden het wél werkt. Maar onderzoek gaat vaak over de start van een project en duurzaamheid blijft helaas vaak als vraag liggen.
Ramón Spaaij, bijzonder hoogleraar sportsociologie vertelde dat er steeds meer erkenning komt voor kwalitatief onderzoek in zijn vak en dat het vaak verplicht onderdeel is van de onderzoekopzet bij de evaluatie van sport- en buurtontwikkeling. In dit kader spelen narratieve storytelling, participerende observatie en de ‘most significant change’ techniek onder meer een rol. Kwalitatief onderzoek kan een bijdrage leveren aan inhoudelijke evaluatie naast de cijfermatige verantwoording. Als voorbeeld noemde hij de in- en uitsluiting bij verenigingen. Je thuis voelen kan een probleem zijn voor groepen binnen een club. Clubs moeten zich hier ook mee bezig houden. In de praktijk betekent dit vaak dat iemand de kar gaat trekken. Als deze persoon weg gaat bij de club dan valt het beleid weg. Een ander voorbeeld uit de praktijk in de USA betrof radicalisering en sport. Voor het eerst wordt gepraat met de geradicaliseerde terroristen zelf. Wat betekent sport voor de vergroting van de weerbaarheid, de interculturele dialoog en sociale binding en vertrouwen. Hoe draagt het bij aan je thuis voelen en aan toekomst perspectief. Het zijn vragen waar Ramón Spaaij zich nu mee bezig houdt.
Workshop procesevaluatie buurtontwikkeling
In de workshop die volgde is gepraat over procesevaluatie en hoe je dat aanpakt. In mijn groepje ging het over het gebrek aan afstemming tussen opdrachtgever en uitvoerder en wat over en weer verwacht wordt. Vaak is er ook beperkt budget voor evaluatie maar goede evaluatie is wel essentieel om vervolgopdrachten te krijgen. In ronde tafelsessies hebben we aansluitend gesproken over (nieuwe) technieken die gebruikt kunnen worden zoals onderzoek met behulp van apps die mobiel onderzoek ondersteunen en deelnemers de gelegenheid geven zelf verhalen vast te leggen door middel van video, foto’s en tekst gestuurd door opdrachten. Ook zijn er concrete vragen aan te koppelen.
Zie ook: Evaluatie onderzoek